Caméra d’Afrique
Decennialang waren de enige films van Afrikaanse bodem producties van de koloniale overheersers. Criticus en filmmaker Ferid Boughedir plaatst het begin van de Afrikaanse cinema dan ook in 1963, toen Ousmane Sambènes Borom Sarret verscheen: “Voor het eerst werd Afrika in beeld gebracht van binnenuit.”
Boughedir geeft een onmisbaar overzicht van de eerste twintig jaar onafhankelijke Afrikaanse cinema, die gelijk op gaat met de Afrikaanse onafhankelijkheidsstrijd. De film zit vol sprekende filmfragmenten en interviews met makers, waaronder Djibril Diop-Mambety en Souleymane Cisse. Zo weet Boughedir thematische verbanden te schetsen tussen regisseurs die ver van elkaar verwijderd en op eigen houtje hun films produceerden.
Hij plaatst die films in de bredere filmcultuur. Er is aandacht voor de eerste filmfestivals in Tunis en Ouagadougou, die belangrijke podia werden. Maar ook voor het wrange feit dat de makers bijna geen steun, en vaak zelfs geen distributie kregen in hun eigen land – en zo alsnog afhankelijk bleven van het Westen. Zoals filmmaker Med Hondo het puntig verwoordt: “De ontwikkeling van onderontwikkeling.”