Hoe portretteer je een moordenaar? De Duitse filmmakers Chris Wright en Stefan Kolbe hadden jarenlang intensief contact met Stefan S., die vijftien jaar geleden zijn collega vermoordde nadat hij haar had gestalkt. In zijn laatste jaar in de gevangenis wordt hij klaargestoomd voor zijn terugkeer in de samenleving. Hij volgt diverse therapievormen, waaronder de praatgroep ‘Mannelijkheid en identiteit’.
Omdat Stefan niet herkenbaar in beeld wil, speelt een poppenspeler gesprekken na die Stefan voerde met hulpverleners. Terwijl Stefan op de filmmakers zo’n zachtaardige indruk maakt, roept de versteende uitdrukking op het gezicht van de handpop ook ongemakkelijke gevoelens op.
De titel van de film geeft aan hoe de makers het verhaal van Stefan interpreteren: als een ziektegeschiedenis zoals een patiënt die vertelt aan een arts. Of die ook waar is, is niet het belangrijkste. Stefans hulpverleners zien liegen zelfs als een goed teken, want dat laat een besef van schaamte en schuld zien. Zo ontstaat een intrigerend portret van een ongrijpbaar persoon, dat ons confronteert met onze eigen waarheidsbeleving – en die van de mensen om ons heen.