The Kids Grow Up
In (2005) ontdekte regisseur Doug Block dat hij zijn ouders eigenlijk nauwelijks kende: drie maanden na de dood van zijn moeder hertrouwde zijn vader met zijn vroegere secretaresse en werd opeens een ander (dat wil zeggen gelukkig) mens. In komt dit verleden terug, alleen staat nu Blocks eigen vaderschap centraal. Tussen hem en zijn vader bestond er altijd een afstand, voor zijn eigen dochter Lucy is hij vooral een maatje, zo blijkt ook uit de stapels filmmateriaal van haar. Nu ze bijna gaat studeren ziet hij huizenhoog op tegen het naderende lege nest. Hij filmt haar laatste jaar thuis en onderzoekt ondertussen wat het moderne ouderschap inhoudt. Block is extreem openhartig, evenals zijn familieleden. Zelfs als zijn vrouw ten prooi valt aan een zware depressie, of als zijn dochter woedend huilt dat ze die film helemaal zat is, blijven ze met hem en zijn camera in gesprek. Block stelt zich zeer kwetsbaar op. Hij schroomt niet zijn ongemak over Lucy's vriendje, met wie ze het bed deelt, toe te geven en censureert de vaak rake en liefdevolle maar snoeiharde analyses van zijn vrouw over zijn gedrag niet. Bijzondere, intieme studie naar de wonderlijke relatie tussen ouder en kind.