8 maart 1971: Mohammed Ali en Joe Frazier ontmoeten elkaar in de boksring en heel Amerika zit voor de buis. Diezelfde avond pleegt een groepje anti-oorlogsactivisten uit Philadelphia onder de naam The Citizen’s Commission to Investigate the FBI een inbraak in een klein FBI-kantoor in Media, Pennsylvania. Ze nemen alle documenten mee. Kort daarop belanden kopieën met gevoelige informatie over de illegale surveillancepraktijken van de FBI op de redacties van landelijke media. Een schandaal is geboren. De Media-zaak leidde tot het eerste grootscheepse onderzoek van de Senaat naar de werkwijze van de inlichtingendiensten en was een klap voor de autoritaire FBI-baas J. Edgar Hoover. De inbrekers werden nooit gepakt. Nu doorbreken zij hun anonimiteit. Op basis van archiefbeelden, interviews en gedramatiseerde scènes doen vier van hen, naast een aantal andere betrokkenen, voor het eerst hun verhaal. Over de burgerrechtenbeweging, Vietnam en hun bereidheid een groot risico te nemen om de FBI te ondermijnen. Ze reflecteren op de bedoelde en onbedoelde gevolgen van “Media”. Hoewel het andere tijden waren – een cursus slotenmaken leverde afdoende voorbereiding voor een inbraak in een vrijwel onbeveiligd FBI-kantoor – wordt ook de parallel met de privacyschendingen van tegenwoordig belicht; een parallel die wordt onderstreept door de betrokkenheid van co-producent Laura Poitras, die in 2013 als eerste door Edward Snowden werd getipt over spionageactiviteiten van de NSA.