Volgens het Oude Testament zijn de bergen het domein van het monster Behemoth; zijn plaats lijkt nu ingenomen door de massale mijnbouwindustrie. Met brullend geweld braakt de berg ijzererts of steenkool uit, in een vagevuur van rook en stof vechten arbeiders tegen oververmoeidheid en verstikking. Bij dromerig gefilmde beelden van het Chinese landschap wordt de stilte slechts onderbroken door het donderend geraas van explosies voor een nieuwe mijngang. Piepend en krakend wordt ijzererts tot staal gemaakt, in zwarte wolken rijden vrachtwagens grommend hun lading af en aan. Intussen moeten schaapherders hun frisgroene graaslanden verlaten om plaats te maken voor de almaar uitdijende mijnbouw, terwijl in het ziekenhuis mijnwerkers creperen aan hun kapotte longen. Het eens zo paradijselijke berglandschap is door “slaven van het monster” veranderd in een industrieterrein, omzoomd door spooksteden met honderden splinternieuwe flatgebouwen waar niemand woont. Panoramische beelden van het veranderende landschap en industriële activiteit worden afgewisseld met sterk ingezoomde, verstilde opnamen van de werknemers, in armoedige slaapvertrekken of ziekenhuisbed. In de voice-over filosofeert filmmaker Liang Zhao, geïnspireerd door Dantes , in poëtische bespiegelingen over China’s zoektocht naar het paradijs, dat meer weg heeft van de hel. Had het mythische monster dat ooit kunnen bedenken?