Tanjuska and the 7 Devils
Als de tienjarige Tanjuska uit Wit-Rusland aan het einde van de zomervakantie plotseling stopt met eten en praten, zijn haar ouders ten einde raad. Zowel de behandelingen van dorpsgenezers, die het meisje geneeskrachtig water geven, als de insulinekuur in een psychiatrisch ziekenhuis leveren geen verbetering op. Uiteindelijk komen haar ouders in contact met Vader Vasili, een duivelbanner uit Estland. Hij verklaart dat het meisje bezeten is door zeven duivels, die alleen door God kunnen worden uitgebannen. Terwijl Tanjuska – inmiddels een twaalfjarige met een flinke groeiachterstand – lijdzaam zijn urenlange missen ondergaat, speurt de film naar een antwoord op de vraag wat het meisje nu precies is overkomen. Pirjo Honkasalo’s camera observeert van dichtbij, en levert daarmee in alle stilte een extra perspectief op een situatie waarin diverse overtuigingen de kalme observatie veelal in de weg lijken te staan. In dit tweede deel van haar “trilogie van het heilige en het helse” (die hiernaast de delen (1991) en (1997) omvat) contrasteert de Finse regisseur Pirjo Honkasalo op subtiele wijze het blinde vertrouwen van Tanjuska's vader in Vasili's methoden met de voorzichtige twijfels van haar moeder.