Het ligt inmiddels een half leven achter hem, maar in zijn dromen achtervolgt het Jesús Colin nog steeds. Dan schrikt hij middenin de nacht wakker, de begrafenis van zijn vader op zijn netvlies gebrand. Tijdens de ceremonie laat de dienstdoende priester zich door een jonge misdienaar met de hand bevredigen. Al bleef deze nachtmerrie Jesús bespaard, op elfjarige leeftijd werd hij wel misbruikt door een Mexicaanse priester. Als jongvolwassene is Jesús zo ver in zijn verwerking, dat hij er eerlijk, openhartig en met een zekere afstand over kan vertellen. Hoe het begon tijdens zijn opleiding als misdienaar, met een bezoekje bij de priester thuis. Hoe Carlos hem eerst alleen vroeg zijn kleren uit te doen, maar al snel wilde dat hij steeds verdergaande seksuele handelingen verrichte. Hoe Jesús zich heen en weer geslingerd voelde tussen pijn en affectie. Want hij hield van de priester, zij het meer als vaderfiguur dan als geliefde. Jesús' persoonlijke getuigenis is illustratief voor een wijdverbreid probleem, dat de katholieke kerk het liefst in de doofpot stopt. De film laat zien dat iedereen elkaar de hand boven het hoofd houdt, van het Vaticaan en priesters tot kerkgangers en ouders. De apotheose, waarin Jesús de priester bezoekt om hem met zijn daden te confronteren, is symbolisch voor het grote stilzwijgen.