Het zijn de pioniersjaren van de cinema waar Jean-Baptiste Maitre in geïnteresseerd is. Toen film nog experiment was, een mix van techniek, poëzie en alchemie. Toen er nog geen CGI en bestond en het beeld op het scherm door handwerk tot stand was gebracht. Toen film nog draaide om beweging en het verstrijken van de tijd. Maitre probeert tot die kern te komen door op papier geschilderde beelden in video te scannen, zoals bijvoorbeeld Stan Brakhage dat met annaloge middelen deed in de jaren zeventig. Die bewerkingen geven de projectie iets fysieks. In fladderen primitieve animaties en korte tekstregels door een wereld van vlekken, strepen en niet nader te benoemen ruis. Er worden vier korte verhaaltjes verteld. Alleen is de clou iedere keer hetzelfde. De grap, een van de kortste narratieve vormen, wordt daarmee ontmanteld. Blijft over: puur film.