Ruim vijftienhonderd vrouwen zijn gedetineerd in een vrouwengevangenis voor first offenders in Wit-Rusland. Elf van hen hebben zich opgegeven om mee te spelen in een toneelstuk, als adempauze voor het gevangenisregime, als therapie en als verkapte oefening voor terugkeer naar de maatschappij. De beelden van de repetitie vormen de rode draad in dit evenwichtige portret, dat de gedetineerden subtiel ontdoet van hun stigma als misdadiger. De vrouwen komen aan het woord als moeders, dochters en echtgenoten die hun familie missen en worstelen met gevoelens van schuld over de verloren jaren achter prikkeldraad. De regisseur zet meerdere technieken in om de vrouwen driedimensionaal gestalte te geven: close-up interviews over hun angsten, mooi gekadreerde shots van de dagelijkse routine van het collectief in de gevangenis, beelden van bewakingscamera’s die de controle benadrukken en natuurlijk de apotheose van het optreden. Tegen die tijd waan je je haast in een feelgoodfilm waarin het allemaal goedkomt. Maar zover laat de regisseur het niet komen.