Roeslan Arsajev heeft er al heel wat oorlogen opzitten. Hij is een geboren vechter, vertelt hij, afkomstig uit een familie van Tsjetsjeense strijders. Een van zijn broers maakte ooit deel uit van de Tsjetsjeense regering, een ander nam deel aan een beruchte vliegtuigkaping in 2001. Arsajev, die zichzelf simpelweg "Tsjetsjeen" noemt, is doorgaans in de een of andere brandhaard te vinden. Het liefst vecht hij tegen de Russen. Regisseur Beata Bubenets volgde Arsajev in 2014 tijdens de crisis in Oekraïne. Als vrijwillig soldaat beschermde hij de demonstranten op het Maidanplein in Kiev om vervolgens naar het oosten te trekken, waar in de regio Donbass pro-Russische separatisten tegen het regeringsleger strijden. is een observerend, intiem portret van deze wonderlijke, ontheemde huurling, die een onmiskenbaar gewelddadige kant combineert met een zacht hart: steeds blijft hij op zoek naar de ware liefde. Bubenets is met haar camera aanwezig op belangrijke historische momenten. Ze brengt de Oekraïense crisis terug tot menselijke proporties en maakt tegelijk de omvang ervan duidelijk. Bijvoorbeeld in de door haar opgevangen gesprekken op straat, waar de kloof tussen de pro-Russische inwoners van Oekraïne en hun tegenstanders onoverbrugbaar lijkt.