Een avond uit het leven van een genadeloze portier bij de Parijse nachtclub Pandore. In totale willekeur beslist hij wie er uit de lange rij naar binnen mag en wie niet. In of uit? De selectiecriteria zijn onduidelijk en de frustratie bij het verwachtingsvolle uitgaanspubliek is dan ook groot. Soms is hij in een gulle bui, vaker niet. Machtswellust, onrechtvaardigheid en vriendjespolitiek in een notendop. De geluidsband versterkt het rumoer en het gekonkel aan de poort van het 'paradijs'. Ieder heeft zo zijn eigen tactiek om 'God' te overtuigen hem binnen te laten: door joviaal te zijn of juist snobistisch, met humor of agressiviteit. Uiteindelijk velt de portier als enige het vonnis. De camera registreert in een vast kader de processie van deze uitverkorenen en geweigerden. De observerende film, die zich op één plaats op één avond afspeelt, doet aan het werk van de Tsjechische schrijver Franz Kafka denken. Het motto is ontleend aan een passage uit van de Franse essayist en moralist Jean de la Bruyère (1645-1696): "De stad is verdeeld in verschillende groepen, die allemaal kleine staatjes vormen, elk met eigen wetten en gebruiken, een eigen taalgebruik en eigen grappen."