Een jihadist, dat wil het achtjarige zoontje van Abu Jandal worden. Net als zijn vader. Die lacht het plan van zijn zoon weg met een twinkeling in zijn ogen: "Daar krijg je problemen mee, jongen!" De voormalige lijfwacht van Osama Bin Laden heeft zijn terroristische carrière immers achter zich gelaten. Hij week uit naar Jemen, waar hij nu werkt als taxichauffeur. In de internationale media treedt hij op als ex-terrorist, maar ondertussen doceert hij jonge Jemense mannen ook over "de Amerikaanse heidenen". En spreekt hij over zijn zwager Salim Hamdan, sinds 2001 gevangene in Guantanamo Bay en in 2004 één van de eerste terrorismeverdachten die berecht werd. Hoewel Hamdan niet in beeld gebracht kan en mag worden, is evengoed een portret van de naar alle waarschijnlijkheid onschuldige gevangene. De titel van de film slaat niet alleen op de eed die Abu Jandal, als elke nieuwe Al Qaeda-rekruut, aflegt aan Bin Laden, maar ook op de gerechtelijke eed die voor Hamdan zo belangrijk wordt. Met een kalme, observerende stijl weet filmmaker Laura Poitras intussen grote vraagtekens te zetten bij het Amerikaanse Midden Oosten-beleid van de afgelopen decennia.