"Waarom wil je het leger in?" vraagt de keuringsarts bij het intakegesprek. "Omdat ik het leuk vind en omdat ik een baan nodig heb. En om mijn moeder gelukkig te maken," antwoord de jonge rekruut. Juan José Gonzales wordt tamboer in de militaire band Tambor de Tacuarí. Naast gevechtstechnieken bestaat zijn training ook uit les in het trommelen van de juiste appèls en het feilloos synchroon marcheren met de band. Op gepaste afstand, maar vol mededogen volgt Manuel Abramovich de reis van deze jonge rekruut in het Argentijnse leger. Vaak is de camera louter gericht op het gezicht van de jongen, de geluidsband geeft de kijker dan extra houvast. Op zijn gezicht vallen – ondanks pogingen om stoer over te komen – onschuld, vastberadenheid en onzekerheid af te lezen. Andere scènes tonen de schoonheid van het eindeloos marcheren en de verveling in de kazerne. Hoe een jonge soldaat in vredestijd gevormd wordt tot een gedreven tamboer die met zijn drum "beelden van duizenden veldslagen oproept".