Uyghurs, Prisoners of the Absurd
In Xinjiang, een Chinese autonome regio, wonen Oeigoeren – een islamitisch volk van Turkse origine. Sinds het gebied bij China werd getrokken vormen zij een minderheid die in eigen land wordt vervolgd. In oktober 2001 kwam een groep Oeigoeren, die net naar Afghanistan was gevlucht, aldaar voor nieuwe, onvoorziene ellende te staan. In die periode viel Amerika Afghanistan binnen om Osama Bin Laden en Al Qaida-strijders te traceren. De lokale bevolking werd aangemoedigd terroristen aan te geven, in ruil voor een zak geld. Ruim twintig Oeigoerse mannen werden op die manier bij de Amerikanen afgeleverd. De groep vluchtelingen ging op transport naar Guantanamo Bay, waar ze jarenlang – aanvankelijk zonder enige vorm van rechtspraak, later bewezen onschuldig – gevangen zaten. Allerhande internationale politieke kwesties en belangen stonden hun vrijheid jarenlang in de weg. Hoe kon dit gebeuren? Drie van hen vertellen openhartig over hun helse jaren als vluchteling en over hun frustrerende en tragische tijd achter slot en grendel. Hun ronduit schokkende relaas wordt aangevuld met nieuwsopnames over de zaak en interviews met andere betrokkenen, zoals de tolk in Guantanamo, hun bevlogen advocaat en een rechter die zich het lot van de groep gevangenen aantrok.