Voor het woord is er de schreeuw. Voordat we beargumenteren, uitleggen, recht praten, schelden of sussen is er die oerreactie, die fysieke will die soms uit de tenen komt, soms uit de buik en soms uit het hart: aaaaargghhh! Het is de meest basale en onversneden vorm van expressie. En hij is bijzonder veelzijdig. Je kunt gillen van angst als een in een horrorfilm, loeien uit existentiële vertwijfeling als een figuur uit een Edvard Munch schilderij of gefrustreerd grommen als een voetbalcoach na een verloren wedstrijd. Voor een deel zit de schreeuw nog in de taboesfeer – zo’n ongearticuleerde brul kan immers behoorlijk gewelddadig overkomen. Anderzijds voelt die dierlijke agressie ook lekker aan. Vandaar ook dat we in het alledaagse leven constant geschreeuw consumeren in de vorm van sport, computerspelletjes, porno en nieuwsberichten. brengt de schreeuw als expressievorm in kaart onder Canadese en Argentijnse jongeren. In korte filmpjes vertellen ze over hun leven en het blijkt dat iedereen wel iets heeft om over te schreeuwen. Uit vreugde, verdriet, woede of ongemak, ingehouden of met uitzinnige overgave. Het resultaat is een lange parade schreeuwen en schreeuwtjes. De kijker wordt uitgenodigd om er het zijne aan toe te voegen, als bouwsteentje voor wat uiteindelijk een eeuwige schreeuw moet worden.