Bajarí: Gypsy Barcelona
Flamenco is een van de weinige kunstvormen waarvan men gelooft dat hij via het bloed wordt doorgegeven. In Barcelona woont een gemeenschap die afstamt van de gitano-zigeuners. Door hen wordt flamenco gecreëerd in de bar, bedreven in het huis en geperfectioneerd op de straathoek. Daar zien we de kleine Juanito Manzano, nog geen meter hoog maar nu al een volwaardig beoefenaar van de flamenco. Fanatiek tikt hij mee bij het bekijken van andere dansers en tussen de plastic stoeltjes voor een café wint hij met zijn zang en dans de bewondering van volwassenen. Zijn trotse vader laat hem zijn eerste witte flamencoschoenen aanmeten. Elders in de stad maakt danseres Karime Amaya indruk op de muzikanten met wie ze een show voorbereidt, want zij kunnen haar danspassen nauwelijks bijhouden. Ze is het nichtje van de beroemde flamencodanseres en filmster Carmen Amaya, die ooit gezegd zou hebben: "Als ik moet ophouden met dansen, dan sterf ik." Karime voelt haar tante's aanwezigheid sterk tijdens het dansen en herinnert zich voortdurend haar advies dat je moet dansen met heel je hart. Dat gaat zowel haar als Juanito moeiteloos af, in het voortdurende ritmisch getik van hun wereld.