Twee jonge kinderen en een partner liet Norie achter, toen ze op 32-jarige leeftijd aan kanker overleed. Decennia zijn er sindsdien verstreken. Zoon Yuki Kawamura is inmiddels volwassen, maar kent zijn moeder nog steeds alleen van foto’s.
Als documentairemaker besluit hij op onderzoek uit te gaan. In zijn delicate portret over een incompleet geraakte familie en vriendenkring houdt hij zichzelf echter buiten beeld: de camera, die ook terloops aandacht schenkt aan de Japanse natuur, is voornamelijk gericht op vader Munemitsu. Ter gelegenheid van het Japanse Obon Festival, waarbij overledenen worden geëerd, legt hij samen met zijn vader een reis af langs plekken en bekenden van vroeger. Oude foto’s vormen de leidraad, samen met brieven die de stervende Norie aan haar beste vriendin schreef.
Vader en zoon leren zo hoe diep Norie werd bewonderd door andere vrouwen. Hoe ze als geest verscheen vlak na haar overlijden. Hoe ze regelmatig in dromen opdook. De zoektocht haalt ook voor Munemitsu alles weer boven. De weggestopte, vervaagde herinneringen zorgen voor hartverscheurende en bevrijdende momenten.