Ivens is dertien jaar oud als hij zijn eerste filmpje opneemt. Gefascineerd als hij is door de boeken van Karl May wordt het een verhaal over goede en slechte indianen. Uit wraak voor het afstraffen van zijn bedelende kind ontvoert de slechte indiaan, Zwarte Adelaar, de jongste dochter van een boerengezin. De goede indiaan, Brandende Straal, gaat erachter aan, schiet de kidnapper neer, scalpeert hem en brengt het kind terug naar haar familie. De familie brengt Brandende Straal nadien geschenken en samen roken ze de vredespijp. Ivens gebruikte een professionele Pathé handcamera van hout uit de zaak van zijn vader. De beschikbaarheid van de camera was voor Ivens de aanleiding om van het 'indiaantje spelen' over te gaan tot het maken van een indianenfilm. De getoonde kopie is een herconservering van een nitraatkopie van het Nederlands Filmmuseum.