Rino (11) is een fanatiek wedstrijdzwemmer. Zijn jongere broer Nik (9) is diens grootste fan, maar kan weinig komen kijken omdat het te heet voor hem is in het zwembad. Nik heeft een spierziekte en zit in een rolstoel. Hoewel er dus veel activiteiten zijn die ze niet kunnen delen, is hun band sterk. Nik: "Wij zijn hele bijzondere broers!" De jongens zoeken naar manieren om toch samen te kunnen spelen, en ja, ze vliegen elkaar heus wel eens in de haren. Nik: "Soms hebben we ruzie, maar dat hoort erbij, toch?" Rino probeert Nik overal bij te betrekken. Zo is zijn kleine broertje tijdens het oorlogje spelen met vriendjes in de straat geen scherpschutter - daar moet je voor rennen - maar fungeert Nik als de tank. Hij blijkt bovendien een puike keeper, een begaafd visser en de beste 'spinner'. Nik, trots: "Dat kunnen alleen rolstoelers!" Rino zeurt bijna nooit als hij Nik moet helpen. Nik, op zijn beurt, hoor je ook weinig klagen: "Ik verzin heel veel dingen en dat doen andere rolstoelers niet, die balen alleen maar." Dit liefdevolle verhaal over twee superhechte broers laat zien dat je prima kan spelen met iemand die iets minder kan.