Na de geboorte van haar zoon weet Mallory af te kicken van haar drugsverslaving en zet ze alles op alles om op het rechte pad te blijven. Maar het nuchtere leven blijkt nog harder dan ze dacht. Ze is dakloos en haar zoon wordt onder voogdij geplaatst. Vanuit de auto die ze bewoont kan ze de onbezorgdheid van voorbijgangers alleen maar benijden: zij is buitengesloten van dat leven, van de rest van de samenleving.
Dertien jaar volgde Helena Třeštíková deze grote, sterke en zorgzame vrouw op haar lange weg naar boven. Inclusief de mannen die haar leven inkomen en uitgaan, de kafkaëske bureaucratie van de Praagse instellingen waarlangs ze een normaal leven hoopt te bereiken, de pech en de kleine gelukjes die ze tegenkomt, en de hoop om ooit – als ze er zelf van los weet te komen – anderen aan de rafelranden van de maatschappij te kunnen helpen. Mallory toont dat wat er hopeloos uitziet, niet vergeefs hoeft te zijn.