13, 14, 15
Zomer in Siberi\'eb. De kille sneeuwvlaktes en deprimerende donkerte hebben voor een paar maanden plaatsgemaakt voor vrolijk bladergroen en zacht licht, veel zacht licht. Ergens in de \i middle of nowhere \i0 staat een groepje houten huizen, alleen door een onverharde weg met de buitenwereld verbonden. Het bestaan van de Russische jeugd die er woont wordt bepaald door alledaagse, repeterende handelingen. Hout hakken, het fornuis aanmaken, in de rivier zwemmen, met paard en wagen boodschappen doen, gezamenlijk de maaltijd nuttigen. Even archa\'efsch als dit rurale buitenleven, is het beeldidioom waarin de Duitse regisseur Claudius Beutler zijn korte documentaire draaide. \i 13, 14, 15 \i0 kopieert subtiel de stijl van een zwijgende film uit de beginjaren van de filmgeschiedenis. Het gedol van de jongens en meisjes, de bijl die door het hout klieft, het mennen van een wild paard -- we zien het wel maar horen het niet. De schijnbaar essenti\'eble informatie die door het ontbreken van het omgevingsgeluid mist, wordt gecompenseerd door lyrisch pianospel, dat met terugkerende ritmepatronen en melodie\'ebn het cyclische bestaan in dit Siberische achterland benadrukt. Keihard werken, voedzame maaltijden, veel sport en spel. Eenvoudig en traditioneel, maar dichtbij de wortels van moeder Natuur. Dit is het pure leven.