Life Without Death
De Canadese filmmaker Frank Cole besluit na het overlijden van zijn geliefde grootvader om zelf de dood in de ogen te kijken: hij maakt in zijn eentje een reis dwars door de Sahara-woestijn, met enkel een kameel en een voedselvoorraad als steun. Via Mauritanië, Mali, Niger en Tsjaad hoopt hij de Rode Zee te bereiken - een afstand van meer dan 6000 kilometer. De helse tocht duurt maanden en niet zelden verdwaalt Cole, omdat zijn kaart weer eens niet blijkt te kloppen. De tegenslagen zijn talloos: waterbronnen blijken niet te bestaan, zandstormen steken op, de kameel raakt bewusteloos van de uitputting, bandieten liggen op de loer en de politie van Tsjaad verdenkt Cole van spionage. De genadeloze zon heeft niet alleen de aarde gebarsten - wat overigens prachtige beelden oplevert - maar ook de huid van Cole, die op sommige plekken aan flarden ligt. De woestijn is bijna levenloos; de paar struiken, torren en schorpioenen moeten het in aantal opnemen tegen de schedels en geraamtes van vee en mens. Ondanks de destructieve aard van de woestijn is zijn schoonheid onmiskenbaar; de glooiingen zijn perfect, de kleuren onwerkelijk, het uitzicht eindeloos. In dit bijna-niets-landschap waar het leven niet gewenst is, probeert Cole, zoals hij zelf zegt, de dood te verslaan. Door een directe confrontatie aan te gaan met het mulle zand, daagt hij niet alleen de dood uit, maar huldigt hij ook het leven.