The Great Wall
Aan de hand van Franz Kafka’s verhaal ‘Bij de bouw van de Chinese muur’ brengt de Ierse filmmaker Tadhg O’Sullivan in poëtische beelden de huidige muur die Europa optrekt in kaart. Beton, prikkeldraad, huizenhoge hekwerken, uitkijktorens en niemandsland. Een jonge Afrikaanse man poetst zijn tanden te midden van de puinhopen aan de grens. Hij wacht. Politieagenten surveilleren. Hier en daar een vuurtje waarop wordt gekookt, zwaarbewapende grensbewakers. De kinderen spelen, overal.
Via zwart-witregistraties van bewakingscamera’s speuren we mee naar diegenen die de mazen in het net proberen te vinden. Personen en locatie zijn niet nader genoemd, maar de Griekse kust en het zuidelijkste puntje van Europa, waar de Spaanse enclave Melilla in Noord-Afrika priemt, zijn duidelijk herkenbaar. Noordelijker in Europa is een wereld van staal en glas opgetrokken, waar alles glimt en spiegelt.
“We beschermen ons met de muur tegen de Noord-volkeren”, klonk het in het China van Kafka. Wat er precies beschermd moet worden met de moderne surveillancemuur, en tegen wie, is de vraag die de documentaire impliciet opwerpt.