Twee van de enige drie bekende leden van de Piripkura leven nog op nomadische wijze in de Amazone, in de Braziliaanse deelstaat Mato Grosso. Hun belangrijkste bezit is een fakkel die in 1998 is aangestoken en sindsdien niet meer is uitgegaan. Het gebied wordt omringd door boerderijen en houtzagerijen. De uitbreiding daarvan is bijna onontkoombaar en wordt met geweld bevochten. Om de beschermde status van dit stuk regenwoud in stand te kunnen houden, moet bewezen worden dat de twee indianen nog leven. Daarom trekt Jair Candor om de paar jaar de jungle in, op zoek naar de twee mannen, Pakyî en Tamandua. Soms wordt hij bijgestaan door hun enige nog levende familielid Rita. De filmploeg levert met de film het bewijs van hun bestaan. Piripkura toont de tragiek van de inheemse volken van de Amazone en het stelselmatige geweld tegen hen. De dreiging is voortdurend op de achtergrond aanwezig. Ondanks de bewonderenswaardige veerkracht en onverzettelijkheid van de laatste Piripkura hangt de onvermijdelijke vraag in de lucht: hoelang nog?