Een derde van de Mongoolse bevolking leeft in armoede. Is het aantal zelfdodingen er daarom zo hoog? Betrokkenen bij een aantal suïcides (of pogingen daartoe) vertellen hun verhaal. Niet iedereen wil daarbij herkenbaar in beeld; zelfdoding is een taboe. Vanuit het donker fluistert een tiener geëmotioneerd over de zelfmoord van haar broer, een van haar klasgenoten wie hetzelfde overkwam en een ander die later tot dezelfde wanhoopsdaad kwam.
De verhalen komen uit verschillende delen van het land, maar overal klinken soortgelijke verklaringen: hopeloosheid, eenzaamheid, alcoholisme, de hardheid van het bestaan. Op straat wijst men naar de regering, die corrupt is en de bevolking aan haar lot overlaat.
Symbolisch voor de toestand van de natie is de voormalige woonsituatie van een stel, die hun ger binnen de muren van een verlaten gevangenis hadden opgebouwd. Op een bevroren vuilnisbelt zoeken ze al gravend en hakkend naar oud ijzer – als ze dat verkopen, hebben ze net genoeg om een paar dagen van te kunnen eten. De vrijheid van het traditionele nomadische leven is ver te zoeken.