Het openingsshot vat het verhaal samen: tiptop uitgedoste chassidische joden – de mannen met hun opvallende hoeden en pijpenkrullen, de vrouwen met hun spierwitte sjaaltjes en pruiken, iedereen identiek gekleed, alsof het nog de negentiende eeuw is – staan op een zomerse dag aan de oever van de East River en kijken naar de blikkerende, uitdagende skyline van Manhattan. De kloof tussen deze extreem geïsoleerde religieuze gemeenschap en de seculiere wereld aan de overkant is veel groter dan een rivier kan uitbeelden. Drie protagonisten worden jarenlang gevolgd tijdens hun zwaarbevochten poging om de chassidim te verlaten en een leven in de seculiere wereld op te bouwen. De prijs voor die overstap is hoog, heel hoog: bedreiging, verstoting, verslaving, eenzaamheid. "De chassidische gemeenschap is zo ontworpen dat je niet weg kán." Eerder stelden de makers in Jesus Camp (2006) indoctrinatie bij evangelische christenen aan de kaak. De chassidim krijgen een groter pak slaag.