They Call Me Babu
Alima werkte als baboe (kindermeisje) in het koloniale Nederlands-Indië voor een Nederlandse familie. De stem van een jonge vrouw vertelt haar verhaal: hoe ze bij de familie kwam te werken en onder meer de zorg kreeg voor hun baby Jantje. Hoe ze met de familie meeging voor een kort verblijf in Nederland. Hoe ze na de terugkeer de oorlog en de Japanse bezetting doormaakte (waarbij de Nederlandse familie in kampen terechtkwam), en vervolgens de zwaar bevochten onafhankelijkheid van Indonesië. Al die jaren blijft Alima trouw aan het kind, maar ze is ook loyaal aan Riboet, haar geliefde die in de Onafhankelijkheidsoorlog meevecht.
Verteld vanuit Alima’s perspectief is de film niet alleen een verslag van de ingrijpende gebeurtenissen en veranderende verhoudingen in Indonesië, maar vooral van de persoonlijke ontwikkeling van Alima, die zich ontworstelt aan sociale en economische beperkingen om een onafhankelijke vrouw te worden. Met uniek en niet eerder vertoond beeldmateriaal uit diverse archieven in Nederland en Japan, vertelt They Call Me Babu een universeel verhaal over de empowerment van vrouwen.