In Paraguay kom je niet snel het huisnummer 108 tegen. '108' is er nog steeds een scheldwoord dat stamt uit de tijd van dictator Alfredo Stroessners heksenjacht op (onder andere) homoseksuelen. De eerste zwarte lijst van homo's telde 108 namen. Ook Rodolfo, een oom van filmmaker Renate Costa, stond op zo'n lijst. Zij herinnert zich nog de dag dat haar oom dood in zijn kamer werd gevonden. Het sterfgeval werd door de familie met veel geheimzinnigheid omgeven en nog steeds lijkt haar vader door de zaak in verlegenheid gebracht. Rodolfo was de broer die niet wilde deugen, die danser wilde worden in plaats van metaalbewerker, zoals zijn andere broers. Waarom zocht Rodolfo toch die homo's op, waarom wilde hij niet veranderen en normaal worden, vraagt Costa's vader, inmiddels gescheiden, zich nog steeds wanhopig af. Costa wil weten wie haar artistieke oom was. Ze zoekt zijn oude vrienden op, ontmoet een travestiet die in tranen uitbarst, ontdekt in de archieven de beruchte lijsten, en hoort over vervolging en marteling. Costa blijft niet buiten beeld in haar persoonlijk gekleurde en met gevoel voor sfeer en intimiteit gefilmde zoektocht, die tevens een poging is tot hernieuwde toenadering tot haar eigen vader.\par