In de hoofdstad Freetown in Sierra Leone leeft een groep vrienden op straat. Ze noemen zichzelf de Freetown Streetboys, hoewel ook enkele vrouwen onderdeel van de groep uitmaken. Suley, Lama, David, Alfred, Shero en Sarah hebben zonder uitzondering enorme physieke en psychologische tegenslagen moeten doorstaan, en zijn uitgestoten door de wereld om hen heen. De camera registreert zonder commentaar de donkere omgeving waarin ze zich ophouden in filmische, poëtische beelden. De groep deelt hun visie op het moeizame bestaan in dit complexe land in soms zeer pijnlijke verhalen. Maar er is ook ruimte voor doodgewone persoonlijke strubbelingen met het aanknopen van relaties, het al dan niet opvoeden van kinderen en seks. Filmmaker Boris Gerrets zoekt graag de rafelrand van grote steden op en verbeeldt dankzij toevallige ontmoetingen en door zwijgende observaties het dagelijks leven van stadsbewoners die normaal onzichtbaar blijven. Ook hier legt deze duister gefilmde microcosmos het schemergebied bloot waarin de onderklasse zich in Freetown ophoudt. De vastberadenheid en tegelijk kwetsbare menselijkheid van de hoofdpersonen is zowel ontroerend als beschamend.