Christ Comes to the Papuans
De Huli’s vormen een van de grootste van de 950 stammen in Papoea Nieuw-Guinea. Ze leven in een van de meest afgelegen delen van het eiland en zagen de eerste blanken, methodistische missionarissen, arriveren in 1955. Sindsdien hebben deze zendelingen moeten concurreren met honderd andere gezindten om zoveel mogelijk Papoea’s te bekeren. Vrouwen kunnen de doop nog zien als een soort nieuwe erkenning, maar voor mannen geldt dit niet. Voor hen betekent het dat ze afstand moeten doen van polygamie, stammenoorlogen en de meeste tradities. In CHRIST COMES TO THE PAPUANS, volgen we de laatste weken voorafgaand aan de doop van oude Huli-krijgers en hun leider Ghini, die het voorouderhuis net heeft gesloopt om plaats te maken voor een kerk, ter voorbereiding van de doop van de gemeenschap. Zoals vele andere missionarissen in het hele land heeft pastor Salomon de laatste twijfelaars overtuigd door de komst aan te kondigen van Christus, de antichrist en de Apocalyps bij het aanbreken van het nieuwe millennium. Met lichte ironie legt CHRIST COMES TO THE PAPUANS de verdeeldheid bloot onder de stamleden, die wordt veroorzaakt door elkaar beconcurrerende missionarissen.