Afriques: comment ça va avec la douleur?
Van juli 1993 tot februari 1996 reisde Raymond Depardon dwars door Afrika. Vanuit het uiterste zuiden, waar hij een prachtige opname van een zwijgende Nelson Mandela maakte, doorkruiste hij achtereenvolgens Angola, Rwanda, Burundi, Tanzania, Somalië, Kenia, Soedan, Tsjaad en Niger om bij de Egyptische Nijl uit te komen. De beelden die hij laat zien zijn van een grote schoonheid en tederheid. Toch stemt datgene wat wij zien tot weinig vreugde. Veel landen op het Afrikaanse continent zijn verscheurd door droogte, honger, ziekte en bloedige oorlogen. Terwijl hij verder reist, ontdekt Depardon dat ook het landschap zijn wreedheden kent: na honderden kilometers dorre woestijn, blinkt opeens het bijna mediterrane blauw van een meer. Depardon vraagt zich in het spaarzame commentaar bij zijn film af wat de verantwoordelijkheid van de filmmaker is voor de beelden die hij laat zien. Een fotograaf legt niet alleen de werkelijkheid vast, maar kan haar ook provoceren, zonder haar overigens geweld aan te hoeven doen. Uiteindelijk is het voor Depardon onontkoombaar dat een film over Afrika een film over het leed van dit continent is. Zonder een beroep te hebben gedaan op uitgeholde retoriek - uiteindelijk spreken de sterke beelden toch voor zichzelf - is Depardon erin geslaagd om een buitengewoon bewogen film te maken.