A Compassionate Spy
Toen natuurkundige Ted Hall in 1943 toetrad tot het ultrageheime Manhattan Project was hij de jongste wetenschapper die meewerkte aan de ontwikkeling van de plutoniumbom. Hall was zo geschokt door de resultaten, dat hij besloot de atoomgeheimen over te dragen aan de Sovjet-Unie. Hij noemde het later een daad van mededogen. Het was 1951, het hoogtepunt van de Koude Oorlog, en Halls besluit stond bijna gelijk aan zelfmoord – atoomspionnen Julius en Ethel Rosenberg waren voor minder geëxecuteerd. Als door een wonder wisten Ted en zijn vrouw Joan uit handen van de FBI te blijven.
Aan het eind van haar leven kijkt Joan Hall terug op die jaren, en beschrijft ze haar liefde voor de man die wellicht de wereld heeft behoed voor een catastrofe. A Compassionate Spy is het portret van een intens beschaafd en bescheiden koppel in een barbaarse tijd. In de woorden van Joan: “Als je denkt dat het Amerika van nu een lelijke plek is: toen was het erger.”