The Burnt Theatre
Hoewel de Khmer Rouge de Cambodjaanse cultuur systematisch vernietigde, bleef het Nationale Theater in Phnom Penh overeind staan, waarschijnlijk vanwege de propagandistische massabijeenkomsten die af en toe georganiseerd moesten worden. Het verzengende vuur – en de ironie – sloeg in 1994 toe, toen het theater afbrandde bij herstelwerkzaamheden. Panh gebruikt de ruïne van het theater als decor voor een eerbetoon aan de verdwenen nationale theatertraditie en een pleidooi om de kunsten weer een prominente plaats te geven in het nationale bewustzijn, vooral ook als een manier om het traumatische verleden te verwerken. Veel acteurs werden door het regime vermoord en Panh laat jonge acteurs, die tussen de interviews door repeteren voor een adaptatie van , herinneringen ophalen aan deze mannen en vrouwen. Ondertussen moeten ook zij zien te overleven. Ze treden op in nachtclubs en figureren in karaokevideos. De dictatuur is verdwenen, maar armoede vormt voor veel Cambodjanen een nieuwe bedreiging. Onafgebroken is in de omgeving het geluid van heistellingen te horen voor de bouw van een casino en hotelresort, monumenten voor de nieuwe kapitalistische ideologie die de nationale politieke koers bepaalt. Het contrast met het ingestorte theater maakt pijnlijk duidelijk waar de prioriteiten liggen.