Mother Suriname – Mama Sranan
Een vrouw blikt terug op haar leven, in vertelling en zang. In Moeder Suriname – Mama Sranan gebruikt filmmaker Tessa Leuwsha een stroom indrukwekkend, deels ingekleurd archiefmateriaal om de levens te verbeelden van Surinaamse vrouwen als haar grootmoeder, een wasvrouw.
Ze wordt in 1905 in een gehucht geboren als kind van een witte moeder en een zwarte vader – een schande. Haar vader moet weg en ook haar moeder verdwijnt. Zelf wordt ze uitgescholden voor halfbloed, gaat niet naar school en ontdekt snel hoe de koloniale verhoudingen liggen (“wij werken en zij kijken toe”). Ze krijgt een kind, waarvan de vader altijd elders aan het werk is voor Nederlanders, en trekt naar Paramaribo, waar ze nog drie kinderen krijgt die ze in haar eentje opvoedt.
Intussen ziet ze het nationale zelfbewustzijn groeien. Maar als al haar kinderen nog vóór de onafhankelijkheid van Suriname in 1975 naar Nederland verhuizen, volgt ook zij, met pijn in het hart. Gelukkig wordt ze er niet: “In Holland is het paradijs als een schaduw, net voor of achter je. Nooit bij je.” Toch weet ze ook daar een plek te vinden waar ze verbonden is met haar vaderland, haar spirituele wortels en haarzelf.