Na zijn periode met The Beatles, die in 1970 uit elkaar vielen, vestigde John Lennon zich met zijn vrouw Yoko Ono in New York City. Ondanks allerlei strubbelingen met de immigratiedienst zou hij daar tot zijn dood blijven wonen. In deze conventioneel opgezette documentaire blikken intimi van Lennon terug op die periode, onder wie platenproducent Klaus Voormann, Elton John en \i last but not least\i0 weduwe Yoko Ono. Sleutelfiguren als Harry Nilsson en Phil Spector zijn wegens overlijden of detentie slechts op archiefbeelden te zien. Uiteraard zijn de onverslijtbare liedjes, vaak als demo of concertfragment, voortdurend aanwezig. De New Yorkse jaren vallen uiteen in twee episodes: aanvankelijk laat Lennon luidruchtig van zich horen als muzikant en activist, maar na de geboorte van zoon Sean trekt hij zich terug uit de publiciteit om zich te wijden aan zijn taak als huisvader. Daar ging een tijdelijke scheiding van Ono aan vooraf, die Lennon aangreep om vreemd te gaan, een uitstapje te maken naar Californi\'eb en het op een onbedaarlijk zuipen te zetten. Als hij in 1980 een comeback maakt met een nieuw album en plannen voor een wereldtoernee, eindigt alles plotseling als Lennon bij zijn appartement aan Central Park door een gestoorde jongeman wordt doodgeschoten.