Whose Country?

Zoals alle Egyptenaren leerde Mohamed Siam om de politie te vrezen, vooral de politie in burger. Onder het bewind van president Hosni Mubarak heersten corruptie en straffeloosheid. Wie in handen viel van de politie wachtte mishandeling of erger. Op 25 januari 2011 sloeg de angst om in woede en barstte in Cairo de revolutie uit – nota bene op Nationale Politiedag. Het begin van de opstand betekent ook het begin van Siams onderzoek naar de drijfveren van de mannen van het politiekorps. Hij raakt in gesprek met een agent in burger, die zo zijn eigen redenen heeft om hoop te putten uit de revolutie. Gedurende drie jaar zoekt Siam hem op, bij hem thuis ver buiten Cairo en aan het werk in de stad. In een-op-een-interviews en van dichtbij observerende shots onthullen de agent en zijn collega’s hoe misbruik in zijn werk gaat. In de voice-over reflecteert Siam op zijn toenadering tot de agent, die hij moet zien te rijmen met de herinnering aan zijn vader, een opsporingsambtenaar die de corruptie juist bestreed.