The Miscreants of Taliwood
Niet Hollywood, niet Bollywood: dit is Taliwood, zegt de Australische filmmaker en beeldend kunstenaar George Gittoes na zijn tweejarige verblijf in het door de Taliban bezette noorden van Pakistan. De surrealistische oorlogssituatie weerhoudt lokale filmmakers er niet van amusementsfilms te maken met grote doses half ontblote dames, actiehelden en keukenmeidenromantiek. "We willen de lokale borsten zien", verklaart een videotheekhouder in Peshawar over de behoefte aan plaatselijke filmproductie. Dat wordt hem niet in dank afgenomen door de heersende moralisten van de Taliban, die videotheken in brand steken en dvd's op de brandstapel gooien. Gittoes maakt kennis met de acteurs en actrices die met gevaar voor eigen leven filmrollen vervullen. "Bommen maken is goed, films maken is tegen de islam", probeert een van hen het gedachtegoed van de fundamentalisten samen te vatten. Als Gittoes hoort dat de productie van één telefilm slechts vierduizend dollar kost, besluit hij er gelijk twee te maken. Dat levert draaidagen op vol hilarische vuurgevechten, nepbloed en scènes met dwergen en actiehelden. Tegelijk ontdekt hij dat de Taliban zelf een vorm van entertainment uitdragen die net zo gretig aftrek vindt: registraties van echte onthoofdingen en executies, naast propagandafilms over Al Qaida-trainingskampen. De grootste filmindustrie blijkt de 'war on terror' te zijn.