Ze heten Hassan, Mohamed, Baquer, Bilal en Ali en zijn geboren en getogen in Dearborn, Michigan, een stad met een grote Arabisch-Amerikaanse gemeenschap. Ze drinken cola, eten pizza, zingen de en doen aan American football. Amerikanen dus, met net als bijna iedere landgenoot een voorouder die van verre kwam. En toch is er een verschil, want in het post 9/11-tijdperk is de houding jegens moslims veranderd, variërend van omslachtig geformuleerde angst tot rabiate vreemdelingenhaat. In Dearborn zijn twee grote highschools: Dearborn High en Fordson. Ieder jaar spelen hun footballteams een beladen wedstrijd tegen elkaar. De film begint wanneer er nog een week te gaan is voor de editie van het jaar 2009 plaatsvindt. Het is ramadan. Ondanks zware trainingsarbeid moeten de spelers van Fordson vasten en wordt er pas na zonsondergang gegeten en gedronken. Uit een collage van wedstrijdbeelden, scènes uit het dagelijks leven in Dearborn, interviews met spelers en hun ouders, en begeleiders van het footballteam, doemt een hechte gemeenschap op, waarvan het geloof in Allah de ruggengraat vormt. Los van die constante factor, droomt iedereen zijn eigen American Dream. Voor sommige footballtalenten ligt een professionele loopbaan buiten Dearborn in het verschiet, voor anderen lonken de voetsporen van hun vader. Voor de coach geldt maar één ding: winnen van aartsrivaal Dearborn High.