De Spaanse flamencodanseres Rocío Molina verkent op spectaculaire wijze de grenzen van dans en beeldende kunst met avantgardistische choreografieën. Ze treedt wereldwijd op met haar impulsos: deels geïmproviseerde performances op bijzondere plekken, zoals musea voor moderne kunst. In dit biografische portret volgt de camera haar gedurende de maanden van voorbereiding van een nieuwe show in het Parijse danstheater Chaillot. Opnamen van repetities en optredens worden afgewisseld met interviewfragmenten met familie, vrienden, collega’s en begeleidende muzikanten. Zo vertelt haar moeder hoe Molina als klein, gedrongen meisje in een roze balletpakje tussen de stijlvolle, uitsluitend in zwart gehulde flamencodanseressen van Madrid terechtkwam, waar ze zich snel een weg naar de top danste. Molina wil de flamenco een hedendaagse urgentie geven: voor haar geen klassieke, waaierende stippenjurk, maar een stoer stierenvechterskostuum, of een jurk van plastic folie waarin ze als een levensgroot insect over de vloer stampt en zwiert. De creativiteit en aanstekelijke energie van haar optredens typeren de krachtige danseres, die op eigenzinnige wijze de oerkracht van de flamenco verbeeldt.