Op de vroege ochtend van 27 december 1991 checkt de dertienjarige Sandro op het vliegveld van Stockholm-Arlanda in voor een vliegreis. Zijn moeder werkt voor luchtvaartmaatschappij SAS, dus ze gaan regelmatig met het vliegtuig ergens heen. Dit keer gaat de reis naar Japan, waar ze de kerstvakantie zullen doorbrengen. Op een hoogte van duizend meter, vlak na de start, horen de passagiers harde explosies aan weerszijden van het toestel. De motoren vallen uit, het wordt stil, en luttele minuten later maakt de piloot een noodlanding in een besneeuwd veld. Het toestel is op twee plaatsen gebroken en ligt als een gewonde vogel op de witte bodem, maar alle 129 inzittenden overleven de crash. In deze korte film worden deze onwaarschijnlijk intense minuten uit het leven van de jongen, die nu een man is geworden, gereconstrueerd. In strakke, licht vervreemdende beelden waarin gebruik wordt gemaakt van slow motion, en eindigend met archiefbeelden die na de crash uit de lucht werden gemaakt, wordt de fatale vlucht van het inchecken tot aan de landing geënsceneerd. In voice-over vertelt Sandro hoe hij zich verheugde op de vakantie, wat er in die paar minuten gebeurde en hoe hij deze vlucht heeft beleefd.