In hoeverre blijft een regisseur objectief en anoniem verstopt achter de camera? De Deense regisseur Jon Bang Carlsen weet het zeker: de keuzes die hij maakt in zijn films zijn niet toevallig. Diverse fragmenten uit zijn eigen oeuvre tonen aan dat gebeurtenissen uit zijn persoonlijke leven een grote invloed hebben op zijn werk. Sterker: hij blijkt vooral beelden te gebruiken die hij herkent. Het is een openbaring voor deze filmmaker, die als kind dacht onzichtbaar te blijven door achter de camera plaats te nemen. Onderwerpen als geloofstwijfel, zijn weggelopen vader en indrukken uit een zorgeloze kindertijd blijken als een rode draad door zijn uiteenlopende oeuvre te lopen. Aan de hand van losse scènes geeft Carlsen in voice-over persoonlijk commentaar op de beelden en filosofeert hij over zijn leven en werk. Zo vertelt hij dat hij bij het filmen van een blinde man gegrepen werd door diens perceptie van de wereld, en hij ontdekt dat deze fascinatie ook in andere films terugkeert. In dit autobiografisch zelfonderzoek dat meer dan veertig films in verscheidene genres omspant, blijkt het oeuvre van Carlsen een bewegend fotoalbum.