J. Edgar Hoover zag in Martin Luther King, de vredelievende voorvechter van de Afro-Amerikaanse burgerrechtenbeweging, een gevaar voor een Amerikaanse samenleving zoals de FBI-directeur die graag zag: met witte mannen aan het roer.
Geïnspireerd op het werk van historicus David J. Garrow en met behulp van vrijgegeven geheime staatsdocumenten schetst deze documentaire hoe Hoover en consorten te werk gingen om de charismatische King af te luisteren en dwars te zitten. En passant wordt wederom duidelijk hoezeer racisme in de Amerikaanse maatschappij verankerd zat – en zit.
Visueel wordt de film opgebouwd met talloze archiefbeelden, van nieuwsfragmenten en televisie-interviews tot FBI-promotiefilmpjes en scènes uit Hollywoodfilms. De beelden worden toegelicht door diverse betrokkenen, historici en publicisten. In chronologische volgorde wordt onthuld hoe de FBI King na zijn “I have a dream”-speech in een interne memo als gevaar aanmerkte voor de toekomst van het land. Het bleek het startsein voor een jarenlange, verborgen heksenjacht, die zich afspeelde vanaf eind jaren vijftig tot aan de moord op Martin Luther King in 1968.