Twee jaar lang volgde Vadim Jendreyko de Albanese thaibokser Bashkim, die sinds een paar jaar in Winterthur woont, een klein dorp in Zwitserland. Bij het thaiboksen is het toegestaan om met de blote vuisten of knieën op buik, hoofd en knie te slaan. Op het eerste gezicht lijkt het Bashkim voor de wind te gaan: hij wordt Zwitsers kampioen en wint van de Europees kampioen. Geleidelijk aan komt zijn tragische familiegeschiedenis boven water. Twee neven zijn doodgeschoten tijdens de oorlog met Servië, en Bashkim wordt gearresteerd wegens het slaan van een politieagent. Hij belandt in de gevangenis, van waaruit hij vertelt over zijn opgekropte agressie en het heimwee naar zijn geboortedorp in Kosovo. Collega’s van de getroffen politieagent komen ook aan het woord, maar Jendreyko concentreert zich meer op de voorgeschiedenis en de nasleep dan op het delict zelf.