Sciencefiction is al werkelijkheid. Terwijl wetenschappers zich het hoofd breken over filosofische kwesties rond kunstmatige intelligentie, worden in futuristisch ogende werkplaatsen robots geproduceerd die mensen gezelschap gaan houden – als receptionist, seksobject of gewoon als gesprekspartner.
“Houd je zinnen kort en bondig,” is het advies dat de eenzame Chuck meekrijgt wanneer hij zijn nieuwe robotvriendin Harmony afhaalt bij de fabriek en met haar aan een roadtrip door de Verenigde Staten begint. Een dom blondje is ze niet. Menigmaal geeft haar kunstmatige intelligentie blijk van grote belezenheid, wat tot vreemde conversaties leidt. In Japan krijgt oma Sakurai van haar zoon het schattige robotventje Pepper cadeau. “Zodat ik niet seniel word,” is haar ironische commentaar, maar ze heeft wel plezier in het contact met Pepper.
In deze kalm geobserveerde en stijlvol in beeld gebrachte nieuwe wereld leveren de vaak onhandige gesprekken veel humoristische, maar ook onthullende momenten op; bijvoorbeeld het moment waarop Chuck aan Harmony een jeugdtrauma bekent. Gaandeweg blijkt dat het allemaal draait om het verlangen naar menselijk contact.