Nieuwe architectuur
Onderdeel van 'Archives Present' IDFA 1996
De cinema is een kind van de negentiende eeuwse theatertraditie. Maar evenzeer is zij een deel van het moderniseringsproces dat aan het eind van dezelfde negentiende eeuw in gang werd gezet en in de twintigste eeuw definitief zijn beslag heeft gekregen. De film heeft onze kijk op de wereld veranderd en ons deelgenoot gemaakt van een veranderende wereld. Met de nieuwsgierige blik van een kind dat net ter wereld is gekomen heeft de cinema gewild of ongewild dat proces van verandering vastgelegd, in fictie en in non-fictie.In dit licht bezien zijn filmarchieven ware schatkamers van de geschiedenis. Met haar enorm rijke collectie uit de beginjaren van de cinema is in het archief van het Nederlands Filmmuseum de weerslag van dat moderniseringsproces bij stukjes en beetjes terug te vinden. Dit programma toont een bescheiden selectie van non-fictie films over een land dat op de drempel van de moderne tijd staat.Hoe modern was Nederland aan het begin van deze eeuw eigenlijk? Als we de belangrijkste filmer uit die begintijd, de Belgische cineast Alfred Machin, mogen geloven is Nederland rond 1910 nog een land op klompen. In zijn COMMENT SE FAIT LE FROMAGE DE HOLLANDE (1909) is geen spoor van de moderne tijd terug te vinden. Hij schildert een Nederland naar het beeld dat de schilders van de school van Barbizon ervan hebben, landelijk, idyllisch, alsof de tijd er honderd jaar heeft stilgestaan. Het lijkt wel alsof Nederland pas aan het begin van de jaren twintig ontwaakt als de industriële activiteiten in talloze bedrijfsfilms worden vastgelegd en de kooplust van de consument middels reclamefilms wordt opgewekt. Maar ook in het nieuwe genre van de bedrijfsfilm lijkt Nederland de negentiende eeuw nog niet helemaal van zich te hebben afgeschud. De kompels in de kolenmijnen van LA HOUILLE en de verf- en glasfabrieken doen eerder denken aan de wereld van Emile Zola en Charles Dickens dan aan de lopende band-maatschappij van Henry Ford.Onze chroniqueurs zijn dan ook vooral onder de indruk van de machtige raderwerken die de industrialisatie heeft voortgebracht. Zoals de arbeider - soms met de pet in de hand - zich staande naast de immense machines laat vereeuwigen, verbaast over wat het nieuwe medium allemaal kan, zo verbaast de cameraman zich op zijn beurt over de wonderen der techniek. Dat neemt niet weg dat deze films ook nu nog fascinerend zijn. Het zijn, vreemd genoeg, juist de spontane, onbeheersbare fenomenen in de fabriek die de picturale schoonheid van dit genre bepalen, zoals de desolaatheid van een lege fabriekshal, het binnenvallende licht, flarden rook en oplaaiend vuur of de schalkse of stuurse blik van een arbeider in de camera.In PANORAMA VAN DE KONINGSHAVEN TE ROTTERDAM zien we voor het eerst iets terug van de dynamiek van de nieuwe tijd. Hoewel de film zich concentreert op de beroemde Rotterdamse hefbrug (het is dezelfde brug waarover Ivens enkele jaren later zijn lyrische documentaire zou maken), krijgen we niettemin een beeld van de drukte van de grootstad met zijn puffende locomotieven, tot de nok toe gevulde schepen en nerveuze autoverkeer. Het is een beeld van de moderne stad, zoals we dat nu nog kennen. Samen met Ivens' verstilde beelden van de moderne architectuur van de Amsterdamse school en de rechte lijnen van de'licht-,lucht- en ruimtearchitectuur' van de Nieuwe Zakelijkheid is Nederland definitief de twintigste eeuw binnengestapt.Programma samenstelling Nico de Klerk, Ruud Visschedijk