The Celluloid Closet
Homo’s waren nooit populair in Hollywood – in elk geval niet op het witte doek. En als ze al in beeld verschenen, zo laten regisseurs Rob Epstein en Jeffrey Friedman zien in deze documentaire, dan als voor heteroseksuelen ongevaarlijke stereotypen. De oudste en bekendste is ‘het mietje’: een duidelijk herkenbaar, verwijfd en aseksueel komisch personage. Eén van de vele filmfragmenten toont vroeg mietjesgedrag in een western uit 1912 en een Charlie Chaplin-film uit 1916. En als homoseksualiteit niet om te lachen was, dan was het een te betreuren of te vrezen fenomeen. Vanaf de strenge jaren dertig moest altijd duidelijk zijn dat homoseksuelen - mannen en vrouwen - onder hun geaardheid leden of eraan ten gronde gingen. Ze werden nu vampiers, gevaarlijke gekken of gevangenen. Desondanks werden veel homoseksuele toespelingen voorbij de censoren gesmokkeld, zoals in vermakelijke scènes uit BEN HUR en SPARTACUS. Sommige van de voorbeelden die Epstein en Friedman aandragen lijken vergezocht, maar dat past bij de houding van veel homoseksuele bioscoopbezoekers, die zich niet in Hollywood-films herkenden en wanhopig op zoek gingen naar elke mogelijke hint van homoseksualiteit. Met een onophoudelijke, soms shockerende en vaak hilarische reeks speelfilmfragmenten en door talking heads-interviews met mensen als Tony Curtis, Whoopi Goldberg, Susan Sarandon, Harvey Fierstein en Gore Vidal, brengt THE CELLULOID CLOSET een alternatieve geschiedenis van Hollywood in kaart. Voorlopig mainstream homohoogtepunt is Jonathan Demme’s PHILADELPHIA, met Tom Hanks en Antonio Banderas. Maar ook daar wordt een eenvoudige kus aan het oog van de kijker onttrokken.