Guañape Sur
Op het strand staat een lange rij mannen. Reddingsvesten worden uitgedeeld. In de branding ligt een bootje, dat de mannen naar een schip brengt. "Lima hangt aan de telefoon", schreeuwt een stem aan boord van het schip. "Waarom of het zolang duurt!" En dan brengt het schip de mannen naar een dorre klif, niet eens een eiland te noemen. Dit is Guañape Sur, Spaans voor 'het zuidelijke Poepeiland'. Eens in de elf jaar oogst gedurende acht maanden een groep van ongeveer tweehonderd mannen de vogelpoep die honderdduizenden zeevogels op dit eiland voor de kust van Peru achterlaten. De vogelstront regent door zeldzame meteorologische condities niet weg, maar hardt uit en vormt een laag. De poep is rijk aan fosfor en ammonia en vormt daardoor uitstekende mest. Maar dan moet je het wel afbikken en dat is gevaarlijk werk, legt de opzichter uit aan een groep recent gearriveerde arbeiders. Je kunt doodvallen, of ziek worden van bacteriën in de poep. In trage shots worden de mannen vastgelegd terwijl ze klif op, klip af gaan, gehuld in dikke wolken poepstof, met zware zakken op hun rug. Een registratie van een bizar fenomeen.