Portret van de jonge Deense toparchitect Bjarke Ingels, vanaf het moment dat hij zich met zijn bureau BIG vestigt in New York. Zijn ontwerp voor een nieuw World Trade Center maakt kans te worden uitgevoerd. De film volgt Ingels in een bewogen periode, waarin hij worstelt met professionele en persoonlijke problemen. Het kantoor in Denemarken loopt zonder zijn aanwezigheid minder goed en bij een routineonderzoek na een hersenschudding wordt in zijn hersenen een klein gezwel ontdekt. De ruggengraat van de documentaire wordt gevormd door mini-masterclasses waarin Ingels met veel passie vertelt en met een zwarte stift illustreert hoe hij tot zijn ontwerpen is gekomen – een combinatie van architectonische en optimistisch filosofische overwegingen. Daarnaast observeert de camera de architect in zijn bizar drukke leven: hij pendelt tussen bezoeken aan bouwsites, werkbesprekingen, lastige vergaderingen met zijn ontevreden Deense personeel en consulten in het ziekenhuis. Het wordt duidelijk dat aan zijn grote succes een stevig prijskaartje hangt.