“Dit is niet de film die ik dacht te maken. Ik dacht dat ik de tegenstrijdigheden kon negeren, dat ze niet bij het verhaal hoorden. Ik had het helemaal mis. Ze worden het verhaal.” We zitten een halfuur in de film wanneer Laura Poitras met deze woorden haar project beschouwt.
Haar portret van WikiLeaks-oprichter Julian Assange begint op dat moment te veranderen in iets dat zowel persoonlijker is als veelomvattender: een analyse van de kracht én de zwakte van een netwerk dat ondergronds opereert om transparantie af te dwingen. Want waar zijn de waarborgen in de eigen organisatie, die van haar sympathisanten totale loyaliteit eist?
Tussen 2011 en 2013 kreeg Poitras volledige toegang tot Assange, die voor haar camera vrijelijk zijn charisma en egomanie tentoonspreidt. Nadat ze buiten hem om Edward Snowden helpt met de publicatie van vertrouwelijke NSA-informatie, is ze op Assanges verblijfplaats in de Ecuadoriaanse ambassade plotseling niet meer welkom. In de jaren die volgen krijgt WikiLeaks een steeds dubieuzer karakter.