The Trouble with Aid
Bijna een halve eeuw geleden kwam het fenomeen humanitaire hulp in opkomst. Het leek zo simpel: waar mensen in nood waren, moest hulp worden geboden. De zieken moesten worden verpleegd, de hongerenden gevoed, de vluchtelingen opgevangen. Artsen zonder grenzen, Oxfam, het Rode Kruis en vele andere organisaties zamelden geld in om wereldwijd een helpende hand te kunnen bieden. Wat begon als eenvoudig idealisme is uitgegroeid tot een omvangrijke hulpverleningseconomie die niet alleen bijval maar ook kritiek krijgt. In laat Ricardo Pollack vertegenwoordigers van verschillende hulporganisaties aan het woord, ter zelfevaluatie. Hoe heeft de primaire intentie om hulp te bieden uitgepakt op al die plekken waar dat nodig was? De interviews worden ondersteund door een schat aan archiefmateriaal vol iconische beelden: de hologige kinderen met hongeroedeem, Bob Geldofs project Band Aid, de VN-interventieoperatie Restore Hope, de danteske vluchtelingkampen in Goma. Aan de hand van zeven humanitaire rampen uit de recente geschiedenis, van Biafra tot Afghanistan, geeft Pollack een kritisch beeld van een bedrijfstak die vaak tot zijn eigen ontsteltenis moet erkennen dat idealisme niet altijd opgewassen is tegen opportunisme, dat hulpverleners geconfronteerd worden met complexe morele dilemma's en dat de organisaties soms zelfs bijdragen aan het conflict in kwestie.